De smerige, giftige handen van Nederland

Bolkestein
H
et gifgas dat Saddam Hussein in de jaren ’80 gebruikte tegen Iran en de eigen bevolking was voor de  helft afkomstig van
Nederlandse bedrijven. Dat blijkt uit een tot voor kort geheim rapport
van de Verenigde Naties. Eerder onderzoek van het VPRO-programma Argos leerde al dat de levering van gifgassen destijds met medeweten gebeurde van de
toenmalige staatssecretaris van Economische Zaken, de VVD’er Frits Bolkestein. De vraag is daarom gerechtvaardigd in welke mate Nederland verantwoordelijk is voor de vele tienduizenden slachtoffers in Iran en Irak. Maar, de Tweede Kamer heeft tot nu toe geweigerd een parlementair onderzoek in te stellen. In Nederland stoppen we liever onze kop in het zand dan dat we de waarheid willen weten.

Vorige week vrijdag werd het VN-rapport
over Irak’s chemische wapenprogramma in de jaren ’80 openbaar.
Eerder weigerden opeenvolgende Nederlandse ministers het document zelfs
vertrouwelijk ter inzage aan Kamerleden te geven. De Campagne tegen Wapenhandel heeft enkele relevante delen van het
rapport nu op haar website geplaatst. In het VN-rapport worden bedrijven als Melchemie Holland bv uit Arnhem, KBS uit Terneuzen en de
reeds tot zeventien jaar celstraf veroordeelde zakenman Frans van
Anraat met name genoemd als leveranciers van het chemische oorlogsvoeringsprogramma van Saddam Hoessein.

Uit een uitgebreide reconstructie die het VPRO
programma Argos vorig jaar maakte van de exporten van chemicaliën bleek dat de
Nederlandse overheid, in het bijzonder het ministerie van Economische
Zaken er voor zorgde dat de export van dit soort stoffen naar Irak te
weinig
beperkingen kreeg opgelegd. Vooral omdat toen al bekend was dat Irak
gifgassen gebruikte in de
oorlog met Iran.

Iran-Irak oorlog
Toen in september 1980 Iran en
Irak met elkaar in oorlog raakten, hadden de Westerse
landen meer sympathie voor het Irak van Saddam Houssein, dan voor het Iran van Khomeini. Toch kozen veel landen ervoor neutraal te blijven. Zo ook Nederland.
Dat betekende dat er geen militaire
goederen aan Irak geleverd mochten worden, maar dat andere vormen van
handel wel konden. Zo stond Nederland toe bijvoorbeeld toe dat er
chemicaliën
verhandeld konden worden die gebruikt konden worden als grondstof voor
gifgassen.

Bolkestein meets Saddam Hussein
Eind
1983 reist Frits Bolkestein naar Bagdad. Hij is dan staatssecretaris van Economische Zaken (buitenlandse handel) in het eerste kabinet Lubbers (CDA-VVD). Bolkestein ontmoet in Bagdad Saddam Hussein
en Iraakse ministers en vraagt volgens een ambtelijk verslag ‘om
pleitbezorging voor concrete Nederlandse belangen
te vatten in een setting van sympathie voor het door drie jaar oorlog
beproefde Iraakse volk. Van Iraakse zijde werd hierop positief
gereageerd. Vermeld werd dat Irak nu zijn vrienden telde en dat hieruit
na beëindiging van de oorlog voor de aldus geïdentificeerde landen
consequenties zouden voortvloeien’. 

In hetzelfde jaar nog tekende Bolkestein namens Nederland met
Irak een overeenkomst die tot doel had om de mogelijkheden van economische
en technische samenwerking
te vergroten.  Op dat moment moeten Bolkestein en
zijn ministerie volgens VPRO programma Argos geweten hebben dat er gifgas werd
ingezet tegen het Iraanse volk omdat voormalig ambassadeur Schorer
daarvan in 1982 al melding had gemaakt.    

Jaren later, wanneer Saddam ruzie heeft gekregen met de oude Bush en de eerste golfoorlog is losgebarsten, kijkt Bolkestein
heel anders terug op de ontmoeting met Saddam Hussein. Hij zegt dan
voor de Nederlandse televisie dat de ontmoeting in 1983 een ‘lugubere
bijeenkomst’ met een ‘luguber regime’ is geweest: ‘Iedereen weet hoe ze
de Koerden bestrijden met mosterdgas,’ zegt hij er nog doodleuk achter.

Verantwoordelijk?
In december 2005 werd zakenman Frans van Anraat veroordeeld tot een maximumstraf van vijftien jaar wegens medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden. Hij leverde grondstoffen voor gifgassen aan het Irak van Saddam Hussein, en had volgens de rechter daarbij ‘bewust en uit louter winstbejag’ gehandeld.

Van Anraat heeft zijn straf gekregen, maar de rol van
het Nederlandse bedrijfsleven en de Nederlandse overheid die hen alle
ruimte bood, is nooit onderzocht. Ook nu nog is bijvoorbeeld VVD’er
Teeven tegen een dergelijk onderzoek. Het risico van zo’n onderzoek is
dat het op den duur zou kunnen leiden tot schadeclaims. Die kans is nog
groter wanneer de gifgasaanvallen op de Koerden internationaal zouden
worden erkend als genocide.

Je zou denken: de hoogste tijd voor een parlementair onderzoek. Voorlopig dreigt de zaak echter in de doofpot te worden gestopt. De kwestie lijkt mooi te passen bij het betoog van de documentaire De
Staat van Ontkenning
, die twee maanden geleden werd gecensureerd door
de Joodse omroep. In deze film van Hedda van Gennep Van Gennep (1929)
wordt de Nederlandse staat aangeklaagd aan de hand van vier gevallen
waarin de overheid weigerde de waarheid onder ogen te zien: de
Nederlandse rol bij de vernietiging van de Joden tijdens de oorlog, bij
de politionele acties in Indonesie, de massamoord op Bosnische moslims
in Srebrenica en de betrokkenheid van de Nederlandse regering
bij de inval in Irak. De boodschap van de film is dat Nederland graag
vooroploopt bij het aankaarten van misstanden elders in de wereld, maar
grote moeite heeft om met  de eigen misstanden om te gaan. We zijn
liever Trots op Nederland dan dat we ons bewust willen zijn van,
bijvoorbeeld, ons verleden als slavendrijvers.

Ewoud Butter

Update: Op basis van het geopenbaarde rapport heeft de SP Ernst Hirsch Ballin (CDA) gevraagd te onderzoeken of de leveranciers
strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Volgens Kamerlid Krista van
Velzen wisten de bedrijven dat deze bestanddelen gebruikt zouden kunnen
worden voor gifgas. Ze wijst erop dat oorlogsmisdaden niet verjaren. Bron: De Pers

Links/bronnen:


Iraq’s Full, Final and Complete Disclosure (“FFCD”) Regarding Chemical
Weapons To The United Nations Special Commission (“UNSCOM”)
Gifgas (Arnold Karskens)
Beluister hier de uitzending van Argos van 31 augustus 2007
VPRO-Argos
Stop de wapenhandel (met artikelen van Marjolijn Februari, Ronald Plasterk en Frits Bolkestein)
Staat van Ontkenning (Bas Heijne)
Openheid over Irak

Plaats een reactie